Als een dijk boven water

18 oktober

Vreemdelingenlegioen

Geschreven door Pé Mühren

Illustratie door Sophie Basseleur

In het Vreemdelingenlegioen

21 september 1983 – Jentje van Lijpie Emmelukkie was geronseld voor het vreemdelingenlegioen, maar hij zag daar in die Afrikaanse woestijn in fata morgana’s aldoor de dijk van Volendam en dan ‘luchtte’ hij bij gunstige wind de visrokerijen. Dat was voor Jentje niet om te harden en hij droste na drie en ‘n halve week uit het kamp en nam twee kamelen mee. Het Legioen van Eer, zo had Jentje al meteen door, zou hij nooit krijgen, en waar moet je je dan voor uitsloven?

Jentje had de kamelen, Bagatelle (het vrouwtje) en Rien (het mannetje), die in het Frans vernoemd waren aan Weinig en Niks, achter elkaar gebonden. Hij zat op de voorste, het vrouwtje Bagatelle, in vol tenue, met het kepie-met-het-nek-lappie en al op zijn jolige kop. Achter hem sleepte de tweede kameel een lat met een dwarslat eraan als een soort sneeuwruimer om de voetsporen in het woestijnzand weg te werken; achtervolgers zand in de ogen strooien om het zo maar es te zeggen!

“Ik hou ‘s nachts maar een beetje links van de poolster aan,” had Jentje tegen zichzelf gezegd, “dan blijf ik overdag strak voor me uitkijken, en dan moét ik wel op ‘n dag bij Volendam uitkomen!” Hij werd wel aangehouden onderweg, af en toe, maar Jentje had een eerlijke, open uitkijk. Als hij in een soort van Volendam-Frans vertelde, dat hij bij een rondtrekkend circus behoorde en op weg was in het naburige dorp kwartier te maken, dan kreeg hij ruim baan. Trouwens, hij beloofde grif gratis entreekaartjes!

Bagatelle was een lief dier. Toen Jentje vluchtte zelfs een maagd-kameel. Maar in de Dolomieten hield dat op, nadat Rien, die nog weer eens achteraan liep, omdat Jentje liever op het vrouwtje zat, bij een afdaling te veel gang had en bovenop Bagatelle terechtkwam. Rien ervoer meteen dat het een zalig glippertje was.

Jentje meed de grote wegen en reed het laatste stuk vanaf Amsterdam langs de Zeedijk. “Ik moet mijn kamelen kwijt zien te raken,” sprak Jentje in zichzelf, wat iedereen zou doen die helemaal vanaf Afrika op een kameel naar Volendam zou gaan. Moest hij bij zijn moeder op het stoepie aankomen met twee van die beesten met van die doorgezakte, halfronde verhevenheden op hun rug? Jentjes minikaravaan kwam aan op het Zuideinde van het dorp. Jentje begon meteen te schreeuwen: “Kamééééle! Ik heb mooie kamééééle!” Het galmde tegen de geveltjes! Dat was nog eens wat anders dan: “Lekkere bókkeme” of “Gerookte ponen”! In ‘n mum van tijd was de dijk van zuid tot noord in rep en roer! “Jentje van Lijpie Emmelukkie is terug en heeft kamelen te koop!”

“Die raak je nóóóóit kwijt,” zei Charell-van-de-Kakatoe. “Je kunt die beesten alleen nog maar verloten voor ‘n goed doel. Er is op het ogenblik helemaal geen vraag naar kamelen!” Het werd een grandioze happening, die loterij op de dijk. Jentje stond erbij met een ‘grôsk’ gezicht onder zijn kepie-met-die-witte-lap, waarvan Jentje vertelde, dat die in de woestijn diende om te verhoeden, dat je bij een achtervolging last zou hebben van sneeuwballen in je nek. Maar toen de prijswinnaars doorhadden dat ze eigenaar waren geworden van twee (voor één prijs) niezende en zich vrij vaak ontlastende bultenaren, zagen ze ervan af en lieten hun prijzen doordraaien. Dat leverde wél iedere keer nieuw geld op! Toen de politie zich vanwege de Loterijwet ermee bemoeide, bleef de laatste prijswinnaar, de agrariër Klasie Graszood, aan de kamelen ‘hangen’.

Klasie begon meteen een kinderboerderij. Na een paar weken kwam de ‘inbreng’ van Rien tot zijn recht en werd Bagatelle moeder. Klasie noemde het borelingske ‘Chameautje’. “Dat betekent klein kameeltje!” zei Klasie. Intussen zijn de jaren verstreken, ook die tussen de ’70 en ’80, waarin een kamelen-geboorte-explosie plaatsvond. Thans heeft Klasie een vaste karavaandienst in Waterland, gespecialiseerd in vervoer van schoolkinderen, nu de Hortsiks uit de subsidieboot dreigen te vallen. De kamelen zijn ook te bestellen voor vervoer van Edammer kaas en van mensen die ‘willen stappen’ in Monnickendam. Men raadplege voor de Karavaan-Centrale de Gouden Gids.

Dat Bagatelle en haar Rien een gezonde basis legden voor een nieuw lucratief bedrijf op ons dorp, een trekpleister ook voor het toerisme, staat als een dijk boven water!

Pé Mühren

Dit verhaal is één van de 59 verhalen uit het boek “Als een dijk boven water.” Het boek is te koop in Volendam bij Jan Cas Sombroek en Primera Volendam, en in Edam bij boekwinkel ‘t Pakhuys. U kunt het ook online bestellen via deze website, met gratis bezorging in Edam en Volendam.

UPDATES EN ANEKDOTES

Lees ook

Bekijk alle
Bekijk alle